Om 7.30u al in de bus om te vertrekken richting Enschede. Ruim gezeten onderweg,
er gingen weinig wandelaars mee dit keer. (korte afstandwandelaars gaan meestal
niet mee met zo’n tocht, vandaar) Het werd mooi weer daar maar in eerste instantie
zakte de temperatuur tot 1 graad boven nul en gingen we met een vrij dichte mist van start.
Het startlokaal bleek een erg oubollig donkerbruin café te zijn te Boekelo, met
zelfs nog een toilet met stortbak erboven. (zo’n kreng die blijft lopen als je
verkeerd aan het touwtje trekt) Hennie probeerde te praten met een plaatselijke EHBO er,
tijdens de koffie, verstond hem niet en zei toen maar dat hij aan haar verkeerde oor zat.
Toen Jolanda ons allemaal had ingeschreven konden we beginnen om 5 voor 10u.
Eerst maar de 6 km en daarna de 20 km doen. Na een halfuurtje was de mist opgetrokken en
konden we de Grolschfabriek , waar we langs liepen, goed onderscheiden. Eerder met andere
wandelaars gezamenlijk op een idyllisch bruggetje geposeerd. Bij een leuk huisje met
rood/groene luiken hoorden we een eigenaardig tok-tok geluid, dat pas stopte toen we
eraan voorbij waren. Het was een parelhoender, zittend tegen de groene deur, die de boel
bewaakte! Na een Theetuin in winterslaap trekken we over wat landweggetjes en door een
laagbouw woonwijk alvorens aan te komen bij de Boekelose Stoomblekerij, een historisch
overblijfsel uit de tijd van de Enschedese textielfabrieken. Ontstaan door de gunstige
ligging van 3 beekjes en de spoorlijn Winterswijk- Hengelo/Enschede. Hierna was het rondje
van 6 km gedaan en kon de 20 km tocht beginnen. Nu gingen ook wij linksaf, aan de Winterhaarweg,
waar eerder de andere wandelaars heen liepen, staken daar de weg over en weer een zandpad op.
Patricia ging de driehoekige hutten eens nader bekijken die we vanuit de bus al zagen.
Het waren geen hondenhokken zoals ze veronderstelde, maar hoogspanningshutjes met
verboden toegang en mijnregelement erop. Na wat mooie hoeves en door een bos met een
herstelde waterplaats voor hout (zie streekeigenhout.nl) op ’t Landgoed hof te Boekelo,
komen we uit op de Haaksbergerstraat, die we over moeten om de weg te vervolgen
naar een oude Watermolen met een echt houten rad. Het water stroomt er heel snel langs al
staat het rad stil; het is wel een prachtig plaatje. Na dit gebied dat Twickel heet,
komen we in de plaats Beckum aan,waar het Café Halfweg ons verwelkomt voor de rust om ca 13.00u.
Het rode kruis is er aan het prikken en ik denk, ik zal mijn blaar ook maar eens laten behandelen.
Word ik nog onwel ook,het duurde te lang en ik was aan eten en drinken toe. Spijt als
haren op mijn hoofd. Die 10 km die we nog moeten afleggen hierna, is pijnlijker dan
voor er geprikt was.
Na een halfuur rust ben ik in ieder geval weer opgeknapt en kunnen we weer verder.
Jolanda ziet gelukkig de pijl aan de overkant van de weg. Moet zeggen dat er uitstekend
gepijld is door de vereniging. Dit weggetje leek net doodlopend zo langs een boerderij en
hadden we zeker over ’t hoofd gezien. Weer trekken we door Landgoed Twickel hierna.
We lopen over een paar erven achterlangs en zien terugkijkend, pas hoe mooi het daar
is aan de voorkant. Patricia neemt een foto van een schaap met 2 lammetjes. Als we dit
gebied achter ons laten zijn we weer te Beckum en komt de Stoomblekerij van Boekelo weer
in zicht. Om 15.40u zijn we alweer terug, wat vroeg genoeg is omdat we om 16.00u pas weer
vertrekken naar Aalsmeer.
Een mooie tocht was dit weer ;met wetenswaardigheden, maar van m’n blaren blijven ze af
voortaan.