Rododendrontocht.               25km                 29 mei 2010

De weergoden waren ons goed gezind deze dag, al was er wel zoveel twijfel bij mij, dat ik in mijn korte broek en met paraplu vertrok ,die ochtend. Om 7.25 u te Aalsmeer bleek ik de laatste te zijn waar men op wachtte. De bus ging van start, voor een rit van 1.5 uur, met 26 personen.
Bij het uitstappen voor Café-rest. De Koerkamp werden we hartelijk welkom geheten door de vereniging aldaar. (goed voorbeeld voor de AWV?)
Na een bakkie koffie vooraf (omdat we ruim de tijd hadden) van start gegaan om al heel snel de Rododendrons te ontdekken waar deze tocht naar vernoemd is. Ze waren wel bijna allen van dezelfde (paarse) kleur. Ik heb slechts één witte struik gezien. Die soort bloeit dan ook al eerder hoorde ik.
Hennie, die ook in ons groepje liep, was als wonderbaarlijk genezen van haar rugpijn doordat iemand Perskindol in haar jaszak had gestopt. Dus dat begon al goed. Zij merkte ook nog op dat er in het bos links loofbomen en rechts naaldbomen stonden.
Langs het fietspad stond een bord met: Krange op de weg .Helaas vergeten te vragen wat dit betekent. Na een vreselijk zwaar zandpad (pas gestort voor ons?) zagen we een bord met Lettelerleide erop, we waren er later achter dat dit een riviertje moest zijn en geen verkeerde spelling van de heide.
Aan de Oostermaatsdijk is een renovatie aan de gang van boerderij “De Erve Oostermaet”. Het wordt een woon/werkproject voor verstandelijk gehandicapten.
Bij rustpunt “Erve Oosterhuis”, (6,9 km) raakten we Alie en Jozien kwijt, die daar direct weer aan de koffie gingen. De rest had net besloten om dat pas op 9.3 km te doen bij “Naoberhuus”.
Hennie ging intussen even een ezeltje voeren. Hij smulde van haar, eigen gebakken,brood.
Aan de Koerselmansweg zat een moeder met kind op een minnietractor de tuin te maaien. Het gras was al zo kort dat ze het, volgens mij, alleen maar voor de lol deed.
Bij Okkerbroek werd ik gewenkt om vooral binnen te komen kijken in het Motormuseum. Er was inderdaad veel te zien. Heb natuurlijk de Norton en de BSA ook gekiekt.(indachtig het lied ; Oerend hard)Bij de ingang kon je een gift kwijt, ( in een motorblok) voor gehandicapte kinderen te Roemenië.
Na een kerkje uit 1904, een infobord over deze plaats en een bank met tekst: Ooit als trotse Okkenbroeker eik, sta ik nu als bank voor ’t Naobuurhuus te kijk, (Ja gevoel voor humor hebben ze hier wel hoor.) was het goed rusten hier, al moest toch wel even het vestje weer aan voor de wind.
We zaten goed en wel of Jozien en Alie liepen ons weer voorbij. Na nog een folder in de zak te hebben gestoken over een kunstfietsroute, gingen we weer voort.
Aan de overkant van de Adrianahoeve was een Huis dat Erve Oonk heette. Wordt er hier zoveel geërft vraag ik me nu af.” Okkenbroek uit”, zei Erwin, naast mij lopend, ineens . Dacht dat hij iets geks zei, maar hij las het gewoon van een plaatsbord . Lachen.
Gek maar hierna ging hij zijn eigen weg ( zie foto)en zagen we hem bijna de hele tocht niet meer. Na jonge maïs aanplant en de Soestwetering , kwamen we bij een bankje waarbij op een boomstronk stond vermeld dat het daar de Berenbuurt heette. Venoemd naar het varken van Boer Streppel waar iedere zeug uit de omtrek de liefde mee bedreef (zo gezegd) De beer van Streppel is dan ook vereeuwigd in hout naast het bankje.
Na passage van een ons tegemoet komende tractor zagen we ineens een leuk tafeltje met grenadine op ons wachten. Een vrolijk roodgeblokt tafelkleedje erop en de vermelding dat het een vrije gift was. Grif proberen natuurlijk. We hebben de vuile bekertjes achter het hek gezet hoor!
Na een bazig haantje en een heel oude boerenkar die daar ook in de wei te pronk stond , was er een heel mooi reclamebord van een fruitteler. Levensgroot, in de vorm van een aardbei stond er, op latjes aangeprezen, wat hij allemaal te koop had.
Op ca 15 km was er rust bij ’n Aanvang, een zuivelboerderij, waar Alie en Jozien natuurlijk allang neergestreken waren. Maar zij hadden het Motormuseum niet bezichtigd! Het was moeilijk kiezen voor mij; ijs of karnemelk. Toen beide maar genomen, alleen had ik beter éérst het ijs kunnen nemen. Nu was ik al snel erna toch weer dorstig.
Achter op een fiets ,met heksenbezempje, lagen folders in een mandje van een fietsroute die over de heks van Lettele gaat, die we gratis mee mochten nemen.
Lijkt me heel leuk om nog eens te ondernemen. Hierna ging het richting het Overijsselskanaal. We bewonderden eerst nog een perfecte Slangen Den.
Vroeger ook in de voortuin gehad net als Hennie maar beide hebben we ervaren dat die ging rotten op den duur.
Er kwam, in de verte, ook nog een echte geitenboerderij in beeld en een bedrijf waar spanten voor hooibergen lagen, ” De Holle “genaamd. Na nog een heel hoge bremstruik waren we dan toch bij het Overijsselskanaal aanbeland. Aan de overkant ervan zagen we erg mooie boerderijen en plaats Averlo. ( is ook vermeld in het verhaal van de heks .) We hadden niet persé langs het kanaal hoeven blijven lopen, maar konden ook over het fietspad tussen de bomen door, maar dan hadden we toch dit mooie uitzicht gemist.
Het laatste stukje dan maar het fietspad genomen voor de afwisseling. Het Daggenvoorderpad was toen weer een verademing . Aan het eind van dit pad zagen we de Leide weer en in de verte het torenspitsje van de Lettelese kerk . Na prachtige sluis met een,( met netje) vissend ventje en een stel geitjes kwamen we toch al aardig in de buurt van de finish.
Nog een rij Shetlanders passerend waren we toch echt bij de kerk en het eindpunt aangeland. Het werd tijd. Even heerlijk gerust bij de fontein van het dorp. Hennie ging er in poedelen en Robbert Jan lag er op het randje . Hij had het verdiend na de 40 km die hij volbracht had met zijn vader.

Lenie van Leeuwen